HZO verzorgt een fris en ontspannend zomerconcert
Jeanette Vergouwen-de Caluwe – 15 juni 2024
Het Zeeuws Orkest (HZO) verzorgde de eerste uitvoering in de reeks zomerconcerten vrijdag 14 juni in de Hervormde kerk in Kapelle.
De kerk in Kapelle bezit een goede akoestiek, mede dankzij het houten tongewelf. Een groot symfonieorkest is wellicht te veel voor deze ruimte, maar HZO speelde deze keer in een kleinere bezetting, met naast de strijkers alleen de pauken en een selecte groep van blazers.
Ik wil eerst een compliment geven aan de programmacommissie, de concerten worden steeds meer op maat geschreven van het orkest en het combineren van grote bekende werken met minder bekende composities zorgt voor een aangename afwisseling. Opvallend is dat er steeds meer jonge musici deel uitmaken van het orkest en dat o.l.v. de enthousiasmerende dirigent Ivan Meylemans hoge toppen geschoren worden. Ik heb nog nooit zoveel musici zien glimlachen tijdens een uitvoering. Meylemans stuurt zijn musici en zorgt ervoor dat er met intens plezier muziek gemaakt wordt. Hij laat hen, denk ik, hard werken en er wordt aan het hele programma aandacht besteed en aan alle nuances. Niet alleen bij de grotere werken, maar ook in de kleinere zoals een ouverture of een kleine symfonie.
Het was een concert met een ontspannen sfeer en de welluidende muziek klonk vaak sprankelend en fris.
Na een zeer gedisciplineerd gespeelde Ouverture Le Nozze de Figaro van Mozart, waarin ik soms militaristische flarden hoorde, kreeg de Siegfried Idylle van Richard Wagner een heerlijk romantische invulling. Wagner schreef dit werk als verjaardagsgeschenk voor zijn grote liefde Cosima. Het werd in 1920 door 13 musici als een aubade voor haar gespeeld. Later arrangeerde Wagner het voor orkest. Het werk komt over als kamermuziek, heel poëtisch, intiem en zelfs vrolijk. De grote doorgetrokken lijnen kwamen mooi uit en de hobosolo, in de berceuse, werd mooi gebracht met een attente ondersteuning van de strijkers.
Het trompetconcert in Es van Joseph Haydn en een virtuoos werk. Een bijna verplicht stuk voor elke zichzelf respecterende trompettist. De klassieke vorm van het concert, doet vermoeden dat het niet echt moeilijk is. Fout, het is ongelofelijk interessant, maar aartsmoeilijk voor de uitvoerder. Sergi Serra Buscallà, die sinds 2022 de eerste trompettist is van het HZO, speelde het Allegro verfijnd en knap. De cadens bouwde hij rustig op met mooie ronde tonen. De trillers klonken beheerst en juist. Na het legato geblazen Andante kwam zijn virtuositeit tot uitdrukking in het enthousiast en vinnig geblazen slotdeel.
Symfonie 1 in c van Mendelssohn is een jeugdwerk en niet te vergelijken met zijn grote symfonieën, maar het verraadt wel al het meesterschap van de componist. HZO vertolkte dit werkje vlot met een goede accentuering. Opvallend was het synchrone samenspel van cello’s en contrabassen en de spitse pizzicati in de strijkerspartijen.
Klapper van het concert werd de uitvoering van de Pulcinellasuite van Igor Stravinsky. Balletmuziek waarbij Stravinsky gebruik maakte van werken van componisten uit de barokperiode, vooral van Pergolesi. De première in 1920 in Parijs was gebaseerd op de Napolitaanse commedia dell’arte, Pablo Picasso leverde de decors en er gedanst door de groep van Diaghilev. HZO zorgde voor een eigen invulling, levendig en verrassend. Een prachtig duet tussen hobo en dwarsfluit in de Serenata, een heerlijk vurige Tarantelle waarin de dirigent als het ware het muzikale genieten doorgaf aan de musici. Alle delen (situaties uit het verhaal over Pulcinella, de jaloezie en de liefde) kwamen over. Het deel alleen voor de blazers was gewoon perfect en hoe apart klonk het samenspel tussen de blazers en de contrabassen. Een heerlijk concert waarvan publiek en musici echt genieten.