Rosanne Philippens speelde de ‘Poème voor viool en orkest’ van Chausson met volle overgave, zwoel en erg melancholisch. De bijna improvisatiemomenten van de violiste waren overtuigend en het orkest begeleidde sfeervol. In ‘Introduction et rondo capriccioso’ van Saint-Saëns mocht ze alle virtuoze registers opentrekken. Trapezewerk dat met bravoure werd gepresenteerd.